Natuurontwikkeling na de volgende verkiezingen

06 Februari 2018

Natuurontwikkeling na de volgende verkiezingen

  Het grote probleem met Samen is een gebrek aan visie  en het ontbreken van daadkracht op belangrijke terreinen. Daarom doen wij in volgende bijdragen de visie van Groen op een aantal onderwerpen uit de doeken. Natuurontwikkeling in woonzones 

Natuur hoort niet enkel thuis in reservaten of groene bufferstroken, maar ook dichtbij de mensen. Straatgroen, gevelgroen en groendaken zijn goede voorbeelden van plantengroei in woonkernen. Ze leveren schaduw als het zonnig is, bufferen water als het nat is en koelen door verdamping als het heet is.

De omgevingsvergunning, waarbij bouw- en milieuvergunningen in één procedure worden samengevat, biedt kansen om bij elke bouwaanvraag na te gaan wat de natuurwaarde op het perceel kan zijn waarop gebouwd of verbouwd wordt. bepalingen rond natuurbijdrage kunnen opgelegd worden, net zoals de bepalingen die bestaan voor parkeerplaatsen, nokhoogtes en energieprestaties. 10% groenblauwe infrastructuur bij ontwikkelingen is hierbij de minimum richtlijn.

Bij grotere woonprojecten, kantoorcomplexen en voorzieningen zoals scholen, rusthuizen en ziekenhuizen kan het groene gedeelte van het project semi-publiek ingericht worden zodat de omwonenden er ook van kunnen genieten.

Elke inwoner moet natuur kunnen vinden op wandelafstand. Deze normen vormen een goede leidraad om natuur dicht bij alle mensen te brengen:

  • Woongroen moet altijd aanwezig zijn. Het heeft een esthetische functie en bepaalt mee het karakter van een woonomgeving. Woongroen moet zich zeker binnen een afstand van 150 meter van elke woning bevinden.Het bestaat in verschillende vormen: van gemeenschappelijke voortuinstroken in sociale woonwijken tot een beeldbepalende solitaire boom op een klein plantsoen.
  • Binnen de 400 meter vindt iedereen buurtgroen van minstens 1 hectare. Buurtgroen heeft een zekere sociaal-recreatieve functie. Op deze plaatsen kunnen mensen terecht voor een kort rustgevend verblijf in het groen. Het zijn de groene ruimten waar mensen elkaar ontmoeten, de hond uitlaten, waar ouders komen met kinderen en waar kinderen kunnen spelen. De klemtoon ligt er vooral op de rustige, stille recreatie.
  • Wijkgroen vindt iedereen op minder dan 800 meter van zijn woonplaats. De grotere oppervlakte biedt mogelijkheden tot een meer gevarieerde functie-invulling. Hoe gevarieerder de functies, hoe groter de bevolkingsgroep die zich richt naar dat groen om te voldoen aan een steeds diverser verwachtingspatroo

Groen wil ruimte voor natuur terugwinnen op asfalt. In elke gemeente liggen vele vierkante kilometer asfalt, waarvan vele onnodige stukken en veel te brede verkavelingswegen. Hier moet plaats gemaakt worden voor speelgroen, waterbuffering, robuuste plantsoenen. Vele pleintjes en plantsoenen zijn omboord met drie of vier straten waarvan meestal één kan opgeheven worden om het plantsoenen uit te breiden. 

Vaak staan bloemplantbakken als verkeersremmers de straat te verrommelen. Groen wil deze zoveel mogelijk uit de straten weghalen en ze vervangen door mooie duurzame onderhoudsarme plantvakken.

Verstandig openbaar groenbeheer zorgt voor meer biodiversiteit

Waar vinden kleine en grotere planten en dieren hun gading? In een gemillimeterd parkgazon of een gevarieerd grasland? Kortgeschoren straatbomen of mooi uitgegroeide kruinen met bloemen en vruchten? 

Groen wil de visie over Harmonisch Park- en Groenbeheer van het Agentschap Natuur en Bos (ANB) toepassen en zo het beheer van parken en openbaar groen verduurzamen. De juiste combinatiekeuze van bomen, heesters en kruidachtigen stimuleert de biodiversiteit en brengt afwisseling en kleur in het openbaar groen. Bomen moeten voldoende ruimte krijgen, zowel onder de grond als voor de groei van hun kruin. Daardoor voorkomen we intense snoeiwerken. Het maaibeheer is zorgvuldig opgebouwd zodat het praktische gebruik en de ecologische waarde met elkaar verzoend worden.